Eroticism has this in common with an addictive drug: that there is a coercive element to its pleasure with which part of us is in complicity, and part not. Thus ever since time began men have been trying to enjoy eroticism without being destroyed by it. Societies, religions can be defined in the way they deal with this conundrum. Polygamy, monogamy with repression, monogamy with affairs, monogamy with prostitutes, serial monogamy. Not to mention individual solutions of great ingenuity, or desperation: Victor Hugo with the door knocked through the wall of his office, to let in a girl each afternoon. Auden's flair for finding call-boys in every town. Picasso who simply refused when wife and mistress demanded he choose between them. Then there is always the hair-shirt of course. But perhaps the thing to remember when you wake up with a life full of fresh paint and tortuous complications is that eroticism wasn't invented for you, nor merely for the survival of the species perhaps, but for a divinity's entertainment. Nothing generates so many opportunities for titillation and schadenfreude as eroticism. Which is why it lies at the centre of so much narrative. How the gods thronged the balconies of heaven to see the consequences of Helen's betrayal! And your friends are watching too. Your antics have put the shine on many a late-night conversation.
On the borders between mythology and history, that wily survivor Odysseus was the first who learnt to trick the gods. And perhaps his smartest trick of all was that of lashing himself to the mast before the Sirens came in earshot. There are those of course who are happy to stand at the railings, even scan the horizon. Otherwise, choose your mast, find the ropes that suit you: sport, workaholism, celibacy with prayerbook and bell... But the kindest and toughest ropes of all are probably to be found in some suburban semi-detached with rowdy children and a woman who never allows the dust to settle for too long.
| Erotiek en verslavende drugs hebben één ding gemeen: het genot heeft iets compulsiefs en daar zijn we deels zelf medeplichtig aan. Sinds mensenheugenis hebben mannen dan ook geprobeerd om van erotiek te genieten zonder erdoor te worden geruïneerd. De ware aard van een maatschappij of een godsdienst kun je aflezen aan de manier waarop ze met dit dilemma omgaan. Polygamie, monogamie met onderdrukking, monogamie met overspel, monogamie met prostitutie, seriële monogamie. En laten we de vindingrijke of wanhopige individuele oplossingen niet vergeten: Victor Hugo die een deur in de muur van zijn werkkamer liet maken om elke middag een meisje binnen te laten. Of Auden die in elke stad callboys wist te vinden. Of Picasso die gewoon weigerde toen zijn vrouw en zijn minnares van hem eisten dat hij voor één van hen koos. En dan is er natuurlijk altijd nog het boetekleed. Maar misschien moet je, als je ontwaakt in een fris nieuw leven vol bedrieglijke verwikkelingen, gewoon in gedachten houden dat erotiek helemaal niet voor jou is uitgevonden, en misschien ook niet alleen maar om de soort in stand te houden, maar als amusement voor de goden. Niets creëert zo veel mogelijkheden voor opwinding en leedvermaak als erotiek. Daarom is het ook het centrale thema van zo veel verhalen. De goden stonden te dringen op het balkon van de hemel om te zien wat er zou gebeuren na het verraad van Helena! En jouw vrienden houden jou ook in de gaten. Jouw capriolen hebben menig gesprek op de late avond een pikant tintje gegeven.
De sluwe, onoverwinnelijke Odysseus was de eerste die, op de grens tussen mythologie en geschiedenis, doorhad hoe hij de goden kon beduvelen. Zijn slimste truc was misschien wel om zichzelf aan de mast te laten vastbinden voordat hij de Sirenen kon horen. Je hebt natuurlijk ook mensen die net zo lief aan de reling gaan staan of zelfs naar de horizon uitkijken. Maar anders moet je de mast en ketens kiezen die bij je passen: sport, een baan van tachtig uur per week, een monnikenbestaan met alle bijbehorende rituelen… Maar de meest rekbare en tegelijk meest dwingende ketens vind je waarschijnlijk ergens in een doorzonwoning in een Vinex-wijk, met luidruchtige kinderen en een vrouw die je nooit eens met rust laat.
Uit: "Eros", een essay van Tim Parks |